- Hits: 89
Het verhaal van Co Fioole
Deel 1: Hoe het begon.
Co Fioole 07.12.1928-24.10.2008 was twaalf toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en zeventien
toen de bevrijding kwam.
Vijf jaar van zijn leven, die hij bewust, maar lang niet altijd de ernst van de situatie doorziend,
beleefde.
Later zou Co zeggen dat de huisvrouw in de Tweede Wereldoorlog veel minder aandacht heeft
gekregen dan de vrouw in het verzet.
Terwijl de huisvrouw met steeds minder middelen en veel ontberingen een gezin door deze zware
tijden moest loodsen.
Bijvoorbeeld kleding zo lang als mogelijk verstellen en honderden kilometers met de fiets (met
houten banden) aan de hand bloembollen ophalen voor de maaltijd.
Rond 1960 begon hij alles te verzamelen wat ook maar iets met de Tweede Wereldoorlog te maken
had.
Misschien is het begonnen toen zijn moeder na de oorlog aan het opruimen was en hem een aantal
bonkaarten gaf en persoonsbewijzen, ook van hemzelf.
Met als thema: “leven en werken van de Nederlandse huisvrouw” kon hij met de aangroeiende
verzameling spullen uit de Tweede Wereldoorlog tentoonstellingen en exposities organiseren.
Om een indruk te geven welke omvang zijn verzameling had/heeft.
Er liggen tot op heden in het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum in Overloon nog 2000 objecten
van Co tentoongesteld.
Van helmen, doopjurkje van parachutestof, bonkaarten tot allerlei huishoudelijke artikelen.
Een citaat van Co: soms lijkt de geschiedenis alleen maar te bestaan uit verzetshelden en martelen,
maar ook in stilte werd historie geschreven.
Wat Co Fioole altijd door heeft willen geven is om de jeugd betrokken te houden dmv verhalen
(zeker rond de dodenherdenking).
Ook nu zijn er perioden van onrust.
Met elkaar in gesprek blijven over de vreselijke ramp die oorlog heet, is dan ook belangrijk en van
onschatbare waarde.
Vandaar ook dat Co zich ingezet heeft voor de oorlogsmonumenten in Leerdam maar daarover in de
volgende delen (2024 en 2025) meer.
Joke Faaij-Fioole
Deel 2: Kerstfeest in oorlogstijd in Leerdam.
De problemen waren ook in Leerdam groot, in de Tweede Wereldoorlog, en hadden een massaal
karakter.
Het dagelijks leven werd enorm door de oorlog bepaald. Dat gold ook voor het kerstfeest van 1944
aan het begin van de Hongerwinter.
De Duitsers zijn weer aan het Westelijk Front in de aanval (23.12.1944).
Het werd letterlijk een donkere en koude Kerst in 1944. Nu er geen gas meer was om te koken werd
het noodzakelijk voor de Leerdamse gezinnen een centrale keuken in gebruik te nemen. Zo kon op
Bon nr. 239, 100 gram pudding worden opgehaald en op Bon nr. 242, 100 gram kaas.
Woensdag 27 en donderdag 28 december werden er op vertoon van de noodkaart appels
gedistribueerd in het lokaal aan de Bergstraat.
De houthandel Varsseveld had inmiddels een “versterkte wacht” ingesteld om houtdiefstallen te
voorkomen. Bij de nadering van de kerstdagen nam de belangstelling voor een konijnenboutje toe.
Dat merkte een inwoner van de Nieuwstraat. Maar liefst 7 konijnen, een partij appels en een
hoeveelheid aardappels werden van hem gestolen.
Bij een andere Leerdammer, aan de Tiendweg, werd 4 mud aardappelen ( 400 liter, gelijk aan
ongeveer 280 kg ) ontvreemd uit een kuil achter het huis.
Met de nadering van het Kerstfeest ontstond het plan om voor de geëvacueerden in het
Noodziekenhuis aan de Tiendweg en voor de evacuees, die niet bij burgers konden worden
gehuisvest, een kerstviering te organiseren.
De vieringen werden druk bezocht.
Stille Nacht Heilige Nacht, een bron van troost in bange dagen.
Op de Eerste Kerstdag werd in het noodziekenhuis in Leerdam kerstfeest gevierd, waarmee de
inrichting tevens officieel werd ingewijd. De burgemeester sprak de patiënten, de directie van de
glasfabriek die het gebouwtje ter beschikking had gesteld en de Leerdamse afdeling van het Rode
Kruis toe.
Ook werd er een kerstverhaal verteld.
In deze periode probeerden mensen via advertenties hun familieleden of kennissen, die ze door de
oorlogssituatie b.v. evacuatie uit het oog waren verloren, op te sporen. Zo zijn er ook aangrijpende
verhalen van mannen die via de krant op zoek waren naar hun echtgenotes en kinderen.
Het is nu 79 jaar na die donkere kerstdagen in 1944.
Vanaf 5 mei 1945 hebben wij, jong en oud, man en vrouw, gezegd: “dit nooit meer”!!!
En we hebben het gemeend. We hebben er met z’n allen een rommeltje van gemaakt.
Het geeft zo’n machteloos gevoel als we kijken naar Oekraïne, de Gazastrook en ga zo maar door.
Co heeft ons zijn verhalen gegeven om ze met elkaar te delen.
Wij kunnen in ieder geval blijven waarschuwen.
Blijf de verhalen doorvertellen.
Joke Faaij-Fioole